Verdere verspreiding kan voorkomen worden door plekken met Japanse duizendknoop niet te maaien. Bij het maaien worden plantenresten in de directe omgeving verspreid en ook kunnen plantenresten op de maaibalk of in de maaikorf achterblijven en bij loslaten weer leiden tot nieuwe groeiplekken. Als maaien noodzakelijk is, bijvoorbeeld voor de verkeersveiligheid, wordt aangeraden om Japanse duizendknoop apart te maaien en het maaisel zorgvuldig af te voeren naar een gecertificeerd compostbedrijf.
Maaien langs waterwegen vraagt extra zorg. Hierbij moet voorkomen worden dat stengeldelen in het water terechtkomen en zich zo verder kunnen verspreiden. Ook kan beter niet gestimuleerd worden om de plant te oogsten voor menselijke consumptie. Dit geeft een grotere kans op verspreiding naar andere plaatsen, terwijl de groeikracht van de plant nauwelijks afneemt.
Japanse duizendknoop is een 1-3 meter hoge, overblijvende plant. De holle, rechtopstaande stengels zijn roodbruin gevlekt en sterven tegen de winter af. De bladeren zijn eirond met een recht afgeknotte bladvoet, 10-15 cm lang, enigszins leerachtig en van onderen kaal.