Klein springzaad

  • Blog_field_Filter Landgebonden, In friesland

Klein springzaad is een eenjarige plant die gewoonlijk niet hoger wordt dan 60 cm. De plant bloeit van juli tot en met oktober.

De 0,6 tot 1,8 cm grote bloemen (inclusief spoor) zijn wit/geel met oranje/rode vlekjes en strepen. Natuurlijke verspreiding vindt plaats doordat de zaden wegschieten bij aanraken, tot wel 3,4 meter. Klein springzaad kan worden verward met andere soorten springzaad. 

Aanwezigheid en effect in Nederland

Stand van zaken in 2017
Klein springzaad komt wijdverspreid voor in Nederland. Het aantal waarnemingen neem toe. Tot nu toe is deze soort binnen 53 Natura 2000- gebieden waargenomen, vooral in gebieden die bestaan uit bossen op de hoger gelegen zandgronden. 


Effect op biodiversiteit en ecosysteem 
Klein springzaad kan dichte bestanden vormen die leiden tot complete verdringing van andere plantensoorten. Door het vormen van zo’n dichte kruidlaag, wordt in bossen waar een kruidlaag afwezig was, de verjonging van het bos belemmerd. Op vrij droge grond kan de plant groot springzaad (Impatiens non-tangere), de enige inheemse Impatienssoort, wegconcurreren. 

Door de aanwezigheid in Natura 2000-gebieden vormt de soort een potentiële bedreiging voor bedreigde plantensoorten die in deze gebieden voorkomen. Klein springzaad is de enige uitheemse Impatiens-soort die zich in de Europese bossen op grote schaal heeft verspreid. Klein springzaad is minder concurrentiekrachtig dan de bekende reuzenbalsemien (Impatiens glandulifera).

Effect op ecosysteemdiensten 
Niet van toepassing.

Overige effecten 
Niet van toepassing

Beheermaatregelen 

Maaien en handmatig verwijderen zijn de meest kosteneffectieve methoden voor het uitroeien of beheren van invasieve Impatiens-soorten. Dergelijke maatregelen moeten voor de zaadzetting, dus in juni, worden uitgevoerd. Mechanisch maaien is alleen effectief op locaties die toegankelijk zijn voor (zwaar) materieel. De planten moeten vlak boven de grond worden gemaaid om uitgroei en bloemvorming te voorkomen. Handmatige verwijdering is arbeidsintensiever dan mechanisch maaien maar kan accurater en ook op moeilijk toegankelijke plekken worden uitgevoerd.
Begrazing is minder effectief omdat de meeste herbivoren geen voorkeur hebben voor Impatiens-soorten. Er zijn geen andere biologische bestrijdingsmethoden bekend. Wel wordt sinds eind 20e eeuw op steeds meer plaatsen lokale aantasting van planten gevonden door een roest (Puccinia komarovii). Chemische bestrijding kan effectief zijn als het plaatsvindt voordat de bloemen gevormd zijn, maar gezien de kans op ongewenste milieueffecten wordt dit niet aanbevolen. 
Klein springzaad vormt geen of nauwelijks een persistente zaadbank. Bij bestrijding wordt echter altijd wel een plant gemist. Daarom wordt aangeraden om gedurende minimaal drie groeiseizoenen na bestrijding te controleren of vestiging van nieuwe kiemplanten optreedt en in dergelijke gevallen de maatregelen te herhalen.

Lees meer in de factsheet: https://www.nvwa.nl/binaries/nvwa/documenten/plant/planten-in-de-natuur/exoten/risicobeoordelingen/factsheet-klein-springzaad/klein-springzaad-factsheet.pdf